Als ik rondneus op mijn computer, kom ik altijd wel een een of ander “projectje” tegen dat ik ooit, vaak halsoverkop, ben gestart. De half afgewerkte tekst, de eerste test van een website, een in elkaar geflanst prototype. Aan ideeën geen gebrek bij mij. Het shiny object syndrome is me niet onbekend.
Zo ook met mijn schrijven. Ik wil het graag meer doen en beter kunnen. Al lang. In de vele boeken die ik er ondertussen al (half) over heb gelezen, staat dat je het maar op één manier kan doen. Door veel te schrijven. Door schrijfspieren te trainen.
Een boek schrijven is een item op mijn lijstje van 100 dromen. Een snelle Google search leert me dat een boek gemiddeld 80.000 pagina’s telt. Aan 250 woorden per dag zou me dat ongeveer binnen een jaar op mijn boek brengen.
Waarom ga je schrijven? Ben je daar niet een beetje laat mee, Christopher? Waarom gebruik je geen ChatGPT, die kan dat toch allemaal veel sneller en even goed kan?
Net zoals de Butterfly Abs me geen afgetraind lichaam gaan bezorgen, gaat ChatGPT me niet leren om een betere schrijver te worden. Daarbij, het proces van schrijven helpt met zoveel meer. Schrijven helpt me om tot rust te komen, meer orde te brengen in de chaos in mijn hoofd. En dan kan ik me eindelijk een creator noemen. Klinkt als enkel maar positief nieuws!
Als het niet online staat is het niet gebeurd dus:
minstens 250 woorden per dag. gemiddeld.
gedeeld online.
1 jaar lang.
Simpel toch?