Dance your own dance and focus on your next move
Ik ben erin getrapt en er net op tijd nog uit kunnen kruipen: uit de rabbithole van de notitie-apps. Ik ging bijna beginnen met een significant aantal uren van mijn leven te verspillen door al mijn notities van de ene naar de andere tool over te zetten. Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen, van todo-lijst en schrijf-app veranderen was al voldoende meta-werk voor een tijdje.
Er zijn weinig mensen die niet productiever en effectiever zouden willen zijn. We zijn hier allemaal maar tijdelijk en willen ons toch nuttig bezig houden, niet?. Een nobel doel, met vaak een averechts effect. In plaats van productiever en effectiever te worden, val je in de ene na de andere rabbithole van boeken, artikels en tools die je van alles beloven. Je bent meer bezig zijn met het proces van verbeteren, het meta-werk, dan met effectief nuttig werk te doen.
Notion, Obsidian, Evernote, Anytype, Logseq, Roam, Mem, Lazy, Notability, GoodNotes, een Moleskine notitieboek,… Het is maar een kleine greep uit het assortiment om notities te nemen. Je kan dagen vullen met het uittesten en vergelijken van elk van deze tools. Je kan uren op YouTube spenderen met te kijken naar de mening van zelfverklaarde experts. En op het einde van de rit heb je geen enkele nuttige notitie genomen, laat staan er een inzicht uitgehaald. Want het doel van al die YouTube creators is oogballen naar hun video’s krijgen, meer dan jou écht productiever te maken.
Hetzelfde patroon zie je opnieuw en opnieuw terugkeren. In de keuze van een ticket systeem voor development werk, een development omgeving, een programmeertaal, een todo-app, een schrijf-app, noem maar op. Overal zal er altijd wel een nieuwe tool zijn die je wil overtuigen dat het oude gekende minder goed is.
Je actieve tijd kan je opdelen in 3 grote blokken:
Het meta-werk valt in de eerste twee blokken. Ze zijn nodig om iets te creëren, maar nutteloos op zichzelf. Een perfecte opstelling om notities te nemen is nutteloos als er geen waardevolle notities inkomen. Een boek over schrijven lezen maakt je geen goede schrijver, dat leer je door, wel, te schrijven! Kennis heeft maar zin als je het toepast. Een systeem kan maar werken als het gebruikt wordt.
Zoals altijd is de kunst om een balans te vinden tussen alle blokken. Want als kip zonder kop dingen maken zonder een goed systeem of soms tijd te nemen om bij te leren, dat is evengoed nutteloos.
Ik zit achter mijn toetsenbord op een doordeweekse avond met een glaasje rode wijn. Soms is het een Whiskey. Meestal eigenlijk, want als je maar één glas wijn drinkt, wat doe je dan met de rest van de fles?
Ondanks dat het mij smaakt, voelt het niet helemaal goed. Enkele weken geleden las ik in een artikel over alcohol dat bij elk glas hersencellen afsterven. Het ging zo ver dat de geïnterviewde dokter stelde dat je je bij elk glas moet afvragen of het de hersenschade waard is. Wat ik vroeger als kleine jongen regelmatig thuis zag, ouders die ’s avonds een glaasje wijn dronken, is tegenwoordig meer en meer taboe.
De wetenschap brengt ons elke dag meer kennis, wat goed voor ons is en wat niet. Meer en meer worden we bewust gemaakt dat elke actie die we nemen een invloed heeft op ons (latere) lichaam. Minstens één keer per week komt er wel ergens een expert op TV zeggen dat een bepaalde gewoonte helemaal niet goed is. Sommigen zullen proberen om met al deze info zoveel mogelijk “slechte” dingen te mijden en “goede” dingen te doen. Geen suiker, geen alcohol, geen aspartaam, veel slapen, veel bewegen, … .
Dat is niet aan mij besteed. Van te leven ga je dood. Wat je ook doet, of niet doet. De ene al wat vroeger dan de andere. Mijn papa is slechts 65 jaar oud geworden, terwijl mijn bompa de volle 103 jaar mocht worden. Ik hoop ergens daartussen te eindigen. De gulden middenweg. Door de gulden middenweg te volgen in het leven. Genieten zonder te overdrijven.
Volgens Freek de Jonge moeten we ons eigenlijk toch helemaal geen zorgen maken, want er is toch 🎶 Leven na de dood 🎶. Met die gedachte, neem ik nog een slokje van mijn glaasje wijn.
”Je probeert mee te lopen met de rest, maar kan niet volgen. En na 15 jaar zeggen ze plots dat je al de hele tijd in een rolstoel zit”
Deze quote komt uit de Nerdland podcast over autisme, waarbij een van de gasten met dit beeld aangaf hoe het voelt om op latere leeftijd gediagnosticeerd te worden met autisme. Het is voor de rest van de dag in mijn hoofd blijven hangen. Omdat ik het zo een goede verwoording vond, en omdat het niet enkel van toepassing is op mensen met autisme.
Iedereen heeft zijn rolstoel, dingen die een uitdaging vormen. Dingen waar we niet voor gekozen hebben, die we misschien liever niet hadden, maar waar we niet onderuit kunnen. Soms is het iets fysiek, zoals een rolstoel. Dan is de beperking duidelijk. Dan zullen we niet snel denken “allez, sta eens recht en stap eens verder” . Maar soms is de rolstoel onzichtbaar, en zit het tussen onze oren.
Ik ben een overdenker, ik denk vaak te veel of te ver na. Dat klinkt als een positieve eigenschap, maar bij mij uit het zich vooral in de meest worst-case scenario’s verzinnen bij banale dingen.
Een tijdje geleden reed ik op de autostrade. In de tegengestelde richting was er een zwaar ongeval gebeurd. Ik maakte me de bedenking dat mijn vrouw op dat ogenblik op de terugweg van haar afspraak kon zijn en dus mogelijks een van de betrokken auto’s was. Niet veel later ben ik me aan het bedenken hoe ik de kinderen in dat scenario alleen zou gaan verder opvoeden.
Een mindere dag op het werk? Ze gaan de samenwerking stopzetten.
Een probleem in ons huis? Het zal niets meer waard zijn en we krijgen het nooit meer verkocht.
…
Ik ben er me ondertussen heel erg bewust van wanneer het gebeurt en besef beter dat mijn gedachten het worst-case scenario zijn eerder dan het realistische scenario. Maar het maakt dat ik me meer focus op de mogelijke negatieve gevolgen dan de positieve. Dat is als ondernemer niet altijd een goede eigenschap. Het is een handicap die ik heb ten opzichte van de positieve succesvolle ondernemer die altijd opportuniteiten ziet.
De “mentale rolstoelen” zijn even echt als de echte, ook al zijn ze minder goed zichtbaar. Evengoed zijn ze soms tijdelijk, soms levenslang. Jezelf openstellen voor de mogelijkheid dat je er zelf een hebt, of dat andere er een hebben, kan veel zaken in een ander perspectief zetten.
Het is niet altijd een kwestie van niet willen. Wat voor de een natuurlijk en eenvoudig is, is voor de ander een torenhoge uitdaging.
Het is half tien ’s avonds. Terwijl de rest van de familie slaapt, voelt het voor mij alsof er nu pas een moment is om echt iets gedaan te krijgen. De dag kan eindelijk beginnen.
Ik kruip achter mijn toetsenbord om wat te schrijven. Na een goede start van mijn schrijfgewoonte loop ik ondertussen wat achter op mijn doel van gemiddeld 250 woorden per dag. Het is niet eenvoudig om een job, twee kleine kinderen, een hond en een huishouden te combineren. Al zeker niet als je er nog een degelijke nachtrust op wil nahouden. Die afweging maken, tussen extra nachtrust of nog iets extra gedaan krijgen vind ik elke dag opnieuw een moeilijke keuze.
Ik ben een avondmens, met een levende wekker die elke morgen rond 6u30 met een grote glimlach “Paaaapaaaa” door de babyfoon schreeuwt. Ideaal is dat niet. Elk uur dat ik ’s avonds langer op blijf om nog iets gedaan te krijgen, gaat onverbiddelijk van mijn nachtrust af. Daaraan knabbelen, betaal ik de dag later onmiddellijk terug in minder concentratie, minder productiviteit en meer nukkig zijn. Ik voel dat ik met een paar dagen te weinig slaap snel in een vicieuze cirkel beland waar ik én te weinig slaap én niets gedaan krijg op een dag.
Dat slaap de beste manier is om je overdag te kunnen focussen en meer gedaan te krijgen, daar moet je me niet meer van overtuigen. Dat geloof ik. Er is gewoon zoveel wat ik graag zou willen doen. Er zijn zoveel dingen die interessant lijken, zoveel dingen om te doen, zoveel dingen om te leren. Er zijn zoveel dingen die je aandacht opeisen.
Ik heb geen tijd om te slapen, durf ik dan wel eens denken. Dat is natuurlijk onzin. Iedereen krijgt 24 uren in een dag. En we kiezen zelf wat we ermee doen en hoe we die invullen. Als ik soms terugkijk op wat ik de afgelopen dagen allemaal heb gedaan kom ik er vaak achter, met een klein beetje schaamte, dat ik ook veel tijd verspild heb. Aan al die platformen wiens business model het is om onze aandacht te kapen en te verkopen: sociale media, nieuwsbrieven, nieuwswebsites, streaming diensten, YouTube, TV, boeken, … . Allemaal zo gemaakt om onze aandacht maximaal te kapen, en onze tijd maximaal te verspillen. Allemaal zo gemaakt om ons maximaal te laten consumeren.
Elk uur dat we passief consumeren kunnen we niet meer gebruiken om te creēren, om iets te maken. En het is net dat doen, dat actieve, waar we over het algemeen het meeste voldoening uit halen. Of ben je ooit al trots op jezelf geweest dat je een hele avond Netflix gebinged?
Iets maken geeft een goed gevoel. Het schrijven van dit stukje tekst heeft mijn dag goed gemaakt, net voor het slapengaan.
Minder consumeren, meer creëren. Dan lijken er plots veel meer uren in de dag geweest te zijn.
Ik heb tot nu toe altijd voor kleinere bedrijven en startups gewerkt. Het is een kleine groep van gemotiveerde werknemers. Elke dag is anders. Je moet veel verschillende taken doen. Een allesomvattende omschrijving voor je job is vaak moeilijk te geven. Je doet wat gedaan moet worden. Je springt bij waar nodig. Goed gedefinieerde processen bestaan amper. Zo een situatie heeft veel voordelen, het wordt niet snel saai en je krijgt er ook veel flexibiliteit voor terug.
Het andere uiterste zijn de grote bedrijven en overheid. Ik kan niet uit ervaring spreken van er te werken, wel van er mee samen te werken. Daar overheersen de procedures en het organigram. Iedereen heeft een duidelijke taakomschrijving en er zijn procedures en draaiboeken voor alles. Het voelt soms alsof iedereen er zich achter verschuilt, alsof er niets verkeerd kan gaan zolang de procedures gevolgd worden.
Wanneer die twee uitersten samenkomen, dan botst het altijd. De snelle speedboat geraakt gefrustreerd door het logge containerschip. Is het een beter als het ander? Waarschijnlijk niet. De georganiseerde chaos in een kleine startup wordt totale chaos als die groter wordt. De uitgebreide procedures van de grote organisatie zouden onwerkbaar zijn in een bedrijf van 5 mensen.
Als het dan botst is dat vaak een moment voor mij om te appreciëren hoe leuk het is in een klein bedrijf, maar evengoed om af en toe er ook iets van te leren. Een eenvoudige maar goede procedure kan soms beter zijn dan ad-hoc beslissingen. Die dingen maken de chaos, georganiseerde chaos.
Een groot containership, met een aantal stevige speedboten errond.
250 woorden per dag. Dag 2. Een zoveelste probeersel waar ik, een beetje halsoverkop, aan begin. Hoe kan ik mijn slaagkansen doen stijgen om het vol te houden?
Ik lees graag. Ondertussen heb ik al heel wat boeken in mijn collectie over schrijven. De eerste stap is toepassen wat in die boeken staat. Wat veel terugkomt is dat je het zo gemakkelijk mogelijk moet maken om een bepaalde actie te nemen. Als je meer wil gaan sporten, zorg dan ervoor dat je sportzak en sportschoenen altijd klaar staan. Daar heb ik ondertussen al voor gezorgd. Ik heb een blog website gemaakt op micro.blog, een blogging platform dat goed integreert met de tools die ik gebruik om te schijven. Er mag geen frictie zijn in het delen van mijn schrijfsels. Mijn schrijf-app Ulyssis staat geïnstalleerd op mijn laptop, smartphone en tablet. Ik kan dus van overal schrijven én publiceren.
Zo weinig mogelijk obstakels. Het moet zo gemakkelijk mogelijk zijn. Dat wringt soms een beetje met mijn goesting als ingenieur om dingen zelf te bouwen. Hoe leuk ook, het zou ervoor zorgen dat ik meer tijd kwijt ben aan het kiezen van een lettertype en layout van de website dan aan de essentie: de 250 zinvolle woorden per dag.
Overal en altijd kunnen schrijven heeft twee voordelen. Elk vrij moment waar je inspiratie hebt kan je gebruiken om iets op te schrijven. Doordat je dat doet heb je ook altijd verschillende concepten klaar om verder uit te werken. Zo is er idealiter geen enkele dag waar je van een wit papier moet beginnen.
Oef. Het is me al twee dagen op rij gelukt! 🤩
Vanaf wanneer zou ik van een gewoonte mogen spreken?
Als ik rondneus op mijn computer, kom ik altijd wel een een of ander “projectje” tegen dat ik ooit, vaak halsoverkop, ben gestart. De half afgewerkte tekst, de eerste test van een website, een in elkaar geflanst prototype. Aan ideeën geen gebrek bij mij. Het shiny object syndrome is me niet onbekend.
Zo ook met mijn schrijven. Ik wil het graag meer doen en beter kunnen. Al lang. In de vele boeken die ik er ondertussen al (half) over heb gelezen, staat dat je het maar op één manier kan doen. Door veel te schrijven. Door schrijfspieren te trainen.
Een boek schrijven is een item op mijn lijstje van 100 dromen. Een snelle Google search leert me dat een boek gemiddeld 80.000 pagina’s telt. Aan 250 woorden per dag zou me dat ongeveer binnen een jaar op mijn boek brengen.
Waarom ga je schrijven? Ben je daar niet een beetje laat mee, Christopher? Waarom gebruik je geen ChatGPT, die kan dat toch allemaal veel sneller en even goed kan?
Net zoals de Butterfly Abs me geen afgetraind lichaam gaan bezorgen, gaat ChatGPT me niet leren om een betere schrijver te worden. Daarbij, het proces van schrijven helpt met zoveel meer. Schrijven helpt me om tot rust te komen, meer orde te brengen in de chaos in mijn hoofd. En dan kan ik me eindelijk een creator noemen. Klinkt als enkel maar positief nieuws!
Als het niet online staat is het niet gebeurd dus:
minstens 250 woorden per dag. gemiddeld.
gedeeld online.
1 jaar lang.
Simpel toch?